Osteopathie is een manuele geneeswijze die op zoek gaat naar een functioneel bewegingsverlies ergens in het lichaam en tracht deze met milde technieken en zachte manipulaties te herstellen.
Het bewegingsverlies kan zich voordoen op het niveau van het bewegingsapparaat maar ook op het niveau van organen en de schedel.
Osteopathie gaat in zijn onderzoek en behandeling uit van een 4-tal principes:
Eén van de belangrijkste principes in de osteopathie is dat men het lichaam als eenheid beschouwt en benadert. Zo bestaat er een wederzijdse interactie tussen de 3 grote systemen:
Het pariëtale systeem ( botten, spieren, gewrichten en omliggende gewrichtsbanden, zenuwen, bloedvaten en omliggende vliezen )
Het viscerale systeem ( alle organen en hun omgevende vliezen )
Het craniale systeem ( schedel, heiligbeen, ruggenmerg, hersenen en omliggende vliezen )
Deze 3 systemen houden elkaar onderling in evenwicht. Is het evenwicht verstoord geraakt door bijvoorbeeld een ongeluk, ziekte, operatie, zwangerschap, stress, slechte voedingsgewoonten enz., dan kan het lichaam klachten gaan vertonen. Omdat ieder lichaam beschikt over enige vorm van compensatie hoeft men niet direct na een bepaalde stress component klachten te krijgen. Vaak wordt het lichaam pas "ziek" als meerdere stress componenten samenkomen en de compensatie mogelijkheden van het lichaam uitgeput geraken. Dan is het de taak van de osteopaat om zoveel mogelijk stress componenten op het lichaam vrij te maken zodanig dat het lichaam zijn eigen natuurlijke balans kan terug vinden.
De osteopaat kijkt dus ook niet alleen naar de plaats waar de klachten zich bevinden, maar bekijkt en behandelt het gehele lichaam. Hij gaat proberen de oorzaak van de klachten te achterhalen. Zo kan het zijn dat er bij rugklachten een darm of misschien een nier in hun beweging gestimuleerd moeten worden. Of dat er bij een baby met darmkrampjes een schedelbasis behandeld moet worden om een zenuw vrij te maken die de darmwerking beïnvloedt, welke bij de geboorte in verdrukking is gekomen. Door de betrokken structuren hun oorspronkelijke beweging terug te geven herstelt lokaal de doorbloeding en heeft het weefsel de kans zich te herstellen. De osteopaat geneest niet, maar zet het lichaam aan en geeft het de kans om zelf te herstellen. Dit is het zelfregulerend vermogen.
Soms kunnen houdings- en bewegingsadviezen, alsmede voedingsadviezen en leefregels een onderdeel uitmaken van de behandeling.
De osteopaat begint met een uitgebreid gesprek om een indruk te krijgen van de ontstaansgeschiedenis van de klacht. Daarbij komen niet alleen vragen aan de orde die direct betrekking hebben op de klacht, maar wordt ook aandacht besteed aan de ziektegeschiedenis, leefgewoonten, en familiaire klachten. Vervolgens vindt een onderzoek plaats van top tot teen. De osteopaat onderzoekt met zijn handen alle bewegingssystemen op hun beweeglijkheid. Zo worden alle blokkades en bewegingsbeperkingen in het lichaam die met de klacht verband houden in kaart gebracht. Daarna bespreekt hij met de patiënt welke stoornissen hij gevonden heeft, hoe deze in verband staan met de klacht, hoe de klachten verholpen kunnen worden en hoe mogelijk in de toekomst voorkomen kunnen worden.
Tijdens de behandeling kunnen de handgrepen variëren van subtiel tot stevig, veelal op andere plaatsen dan waar de klacht zich bevindt. Osteopaten gebruiken geen apparatuur of medicijnen. Na de behandeling heeft het lichaam de tijd nodig om te reageren op de behandeling en het zelfherstellend vermogen aan te spreken. De osteopaat geneest niet maar nodigt uw lichaam uit om zelf te genezen door blokkades en bewegingsbeperkingen die een genezing in de weg staan op te heffen. Soms treedt na de behandeling in eerste instantie een verergering van de klachten op, dat wil zeggen dat het lichaam zich aanpast aan de nieuwe situatie. De periode tussen 2 behandelingen kan variëren van 1 week tot 2 maanden. Meerdere behandelingen zijn soms nodig om een optimaal evenwicht te bereiken.